Biografie
Mijn naam is Sebastien Dellaert, ik ben directeur van woonzorgcentrum Privilege gelegen in midden het bruisende centrum van Gent: rechtover de Vooruit, nabij de Minard Schouw-burg, de Boekentoren en de Krook. Ik werk er sinds november 2020. Ons huis maakt deel uit van de groep Curavi.
Waarom werkt u in de ouderenzorg?
Van opleiding ben ik pediatrisch verpleegkundige. Reeds voor ik mijn studies als verpleegkundige aanving, deed ik echter al vaak weekendwerk in het woonzorgcentrum bij ons in de buurt. Als 16-jarige werkte ik eerst als afwasser in de keuken, nadien als zorgkundige. Uiteindelijk ben ik daar vast in dienst genomen als verpleegkundige. Het was een natuurlijke verderzetting vanuit mijn eerste keuze.
Vooral de langdurige en intensieve contacten die je onderhoudt met de bewoners in een woonzorgcentrum spraken mij aan. De bewoners beschouwen het woonzorgcentrum vaak als hun thuis, waardoor ze voor meer op jou terugvallen dan enkel het zorgende aspect. Je kan hierdoor echt een vertrouwensband opbouwen met hen. Dit staat in tegenstelling tot de contacten in een ziekenhuisomgeving, die vaak vluchtig zijn en voornamelijk ingegeven zijn vanuit het zorgaspect.
De verantwoordelijkheid die je krijgt als verpleegkundige in een woonzorgcentrum is anders dan in een ziekenhuissetting. Ook de benadering van de bewoners op medisch vlak ligt een stuk anders. Er moet een constante omschakeling tussen palliatief en curatief beleid zijn. Dat is niet altijd vanzelfsprekend en vergt heel wat kennis en inschattingsvermogen.
De mogelijkheden als verpleegkundige in het werkveld zijn over het algemeen ontelbaar. Bij ouderenzorg zijn er bovendien heel wat doorgroeimogelijkheden. Dit laatste heb ik persoonlijk kunnen ervaren. Deze combinatie maakt ouderenzorg voor verpleegkundigen een erg aantrekkelijke sector, al is dit besef nog onvoldoende doorgedrongen naar het brede publiek.
Wij zijn een relatief klein woonzorgcentrum, waardoor ik ook als directeur erg dichtbij de zorg blijf staan. De medewerkers komen niet enkel met organisatorische of administratieve vragen bij mij, maar net zo goed met vragen over de zorg zelf. Dit zorgt voor een gevarieerd takenpakket.
Wat is de grootste les die u heeft geleerd sinds u begonnen bent met werken in de ouderenzorgsector?
Eén van de grootste uitdagingen is om alle medewerkers dezelfde taal te laten spreken. In een woonzorgcentrum werken mensen met heel wat verschillende profielen. Al die medewerkers zouden onze visie moeten helpen uitdragen en samen zorg dragen voor onze bewoners, ondanks hun verschillende opleiding en achtergrond. Dit laten rijmen is één van de grootste uitdagingen.
Daarnaast is het vinden van geschikte medewerkers, net zoals in vele sectoren, geen eenvoudige uitdaging. We trachten dan ook origineel uit de hoek te komen en op verschillende manieren mensen te bereiken en aan te spreken.
Tenslotte zijn we nog niet in staat om anno 2023 de digitale dossiers van onze bewoners ook digitaal te delen met de ziekenhuizen en omgekeerd. Nog steeds dienen we een dossier af te printen en dit mee te geven bij een hospitalisatie of een afspraak in het ziekenhuis. Jammer genoeg is dit een uitdaging die wij als kleine speler niet kunnen oplossen.
Wat zijn de belangrijkste trends die u ziet in de ouderenzorgsector en hoe speelt u daar als directeur op in?
Eén van de meest bijzondere trends en misschien ook wel grote uitdagingen is de verandering van het zorglandschap wat de psychiatrische bedden betreft. We zien dat de afbouw van psychiatrische bedden in België ook een invloed heeft op de bewoners in ons woonzorgcentrum.
Heel wat uitbehandelde psychiatrische 65-plussers komen in ons woonzorgcentrum terecht. Dit is een heel grote uitdaging voor een team die hier in het verleden nauwelijks mee in contact is gekomen. Daarnaast is dat thema bij heel wat medewerkers tijdens hun studies niet aan bod gekomen. Gelukkig zijn er tal van externe diensten waarbij we terecht kunnen voor opleidingen, maar net zo goed om individuele cases te bespreken. De onrust die er eerst was in ons team is op deze manier wat gaan liggen. Maar helemaal overwonnen hebben we het nog niet, dit blijf een grote uitdaging.
Omschrijf uw woonzorgvoorziening
Ons woonzorgcentrum is een open huis waar iedereen vrij rondloopt, waar diversiteit, zowel bij medewerkers als bij bewoners, geen issue is. Ons gedreven zorgteam tracht ‘het zorgen voor’ breder te zien dan louter het medische aspect. Ze proberen dagelijks kleine extraatjes te doen die voor veel bewoners het verschil maken.
Ons woonzorgcentrum is gelegen in een bruisende stad, waardoor er heel wat leven in en naast het woonzorgcentrum is. Ons creatief animatieteam probeert ons zo goed mogelijk in de buurt te positioneren. Zo hebben we een intergenerationele samenwerking met de basisschool in de straat. Iedere dinsdag komen de leerlingen lezen met de bewoners, en bij speciale activiteiten gaan wij ook naar de school. Daarnaast organiseert kunstencentrum VierNulVier (gelegen in De Vooruit) dansnamiddagen voor onze bewoners. Ook activiteiten in het stadscentrum laten we niet aan ons voorbij gaan. Zo gingen we al naar Pierke Pierlala op de Gentse Feesten en naar de halfvastenfoor.
Hoe maakt uw woonzorgvoorziening het positieve verschil qua zorg naar de bewoners toe?
Wij trachten het idee 'dat het leven stopt in een woonzorgcentrum' echt de wereld uit te helpen. Het mag niet kloppen dat, wanneer je verhuist naar een woonzorgcentrum, jouw leven zich vanaf dan nog enkel afspeelt binnen deze vier muren. Dit doen we door de buitenwereld naar binnen te brengen alsook de bewoners in het buitenleven te brengen. De nabijheid van de stad is hierin een enorm voordeel voor ons.
We merken dat heel wat van onze bewoners geen sociaal netwerk meer hebben. Vaak zijn er geen kinderen, vrienden of familieleden. In de mate van het mogelijke trachten we dus ook zo veel mogelijk niet-curatieve taken over te nemen die normalerwijze door dit sociaal netwerk worden gedragen. Zo gebeurt het bijvoorbeeld regelmatig dat we met een bewoner gaan shoppen, of op zijn/haar vraag een uitstap organiseren.
Welke ontwikkeling binnen de ouderenzorg maakt u blij?
Vorige week las ik het artikel "Bewoners van woonzorgcentra zijn geen afspiegeling van de samenleving: er is veel armoede" (VRT NWS publicatie van 02/10/2023) over de hoge prijzen die de bewoners moeten betalen in woonzorgcentra. Professor Verté kaart aan dat de middelen ongelijk worden verdeeld tussen acute diensten en woonzorgcentra, en stelt voor om dit in de toekomst op een evenwichtigere manier te herverdelen. Dat is volgens Verté nodig, omdat de huidige bewoners van woonzorgcentra hoofdzakelijk mensen zijn met een hoge zorgnood. Het doet mij enorm deugd om te lezen dat er constructief naar oplossingen wordt gezocht voor dit probleem, en dat er niet enkel met stenen wordt gegooid.
Daarnaast vind ik de recente IFIC-barema’s een enorme duw in de rug. De zorgmedewerkers worden nu naar waarde geschat en krijgen een veel correcter loon.
Welke gebeurtenis/ontwikkeling binnen de ouderenzorg maakt u kwaad of triest?
Vermoedelijk geef ik hier een gelijkaardig antwoord op als mijn voorgangers. De negatieve berichtgeving in de media over woonzorgcentra, en ook over kinderdagverblijven, vind ik een doorn in het oog. Terwijl duizenden medewerkers zich dagelijks met heel hun hart inzetten om ’een zo goed mogelijke kwaliteitsvolle zorg te verlenen, worden de toch wel zeldzame casussen waar het slecht gaat, sterk uitgesmeerd. Positieve verhalen halen echter zelden het nieuws. Ik vrees dat dit zorgt voor een onterechte veralgemening van dit slecht nieuws verhaal bij het bredere publiek. Hierdoor blijft de ouderenzorg - geheel onterecht - weinig aantrekkelijk voor eventuele toekomstige collega’s.
Welk idee zou u willen lanceren ter verbetering van de ouderenzorg?
Ik blijf ervan overtuigd dat het investeren in stagiairs werkt. Zij zijn de collega’s van morgen. Een goede begeleiding en een warm welkom is essentieel. In de praktijk zien we ook vaak dat studenten ook effectief gaan werken op één van hun vorige stageplaatsen, erg vaak is dat de plaats waar zij op het einde van hun schoolloopbaan werden ingezet.
Daar wringt het schoentje voor de ouderenzorg. Studenten verpleegkunde lopen voornamelijk in het 1ste jaar of 1ste en 2de module stage in woonzorgcentra. Dit is op het moment dat ze voornamelijk de basiszorg onder de knie moeten krijgen, en weinig andere / meer uitdagende taken mogen uitoefenen.
Dit creëert bij veel studenten verpleegkunde een foutief beeld over ouderenzorg. Zij associëren ouderenzorg dan vooral met de was en de plas, en hebben weinig notie over de verantwoordelijkheden en het gevarieerd takenpakket dat een verpleegkundige in werkelijkheid heeft in een woonzorgcentrum.
Concreet zou mijn idee zijn dat scholen meer inzetten op stages in woonzorgcentra bij studenten van het 3de of 4de jaar verpleegkunde zodat ze ook de meer uitdagende taken mogen uitoefenen. Er is al een verbetering op tegenover vroeger, maar het kan nog stukken beter.
Een ander idee is een versoepeling van overuren of de inzet op flexijobs in de zorg. Er zijn ongetwijfeld heel wat medewerkers die graag bovenop hun fulltime job een extra centje willen bijverdienen, en de nood aan extra werkkrachten blijft ook hoog. Dit is een win-win. Jammer genoeg wordt meer werken in België maar al te vaak afgestraft. Hier bestaat er momenteel wel een, zij het tijdelijke, maatregel die toelaat dat een aantal overuren zijn toegestaan. Daarnaast bestaat er al een vorm van flexijobs in de ouderenzorg, maar jammer genoeg gaat dat enkel over administratieve jobs.
Hoe belangrijk is het om als woonzorgcentrum te innoveren en nieuwe zorgconcepten te introduceren?
Innovatie is niet meer weg te denken uit de ouderenzorg, en is uitermate belangrijk om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Meestal wordt innovatie geassocieerd met technologie, maar dat hoeft in principe niet het geval te zijn. Veelal zijn die technologieën bijzonder duur. De budgetten die we als woonzorgcentra kunnen gebruiken zijn trouwens niet te vergelijken met die van de ziekenhuizen.
In ons woonzorgcentrum bekijken we vaak tijdens overlegmomenten of er processen anders aangepakt kunnen worden. Op een functioneringsgesprek vragen we ook telkens aan onze medewerkers wat zij zouden willen veranderen aan ons woonzorgcentrum indien ze een ongelimiteerd budget zouden hebben. Daarnaast is de input van nieuwe medewerkers ook van onschatbare waarde. Ze komen vaak van andere instellingen die zaken anders aanpakken. Hieruit kunnen we dus ook heel veel leren. Indien de input vanuit de medewerkers komt en zij op iets stoten zal ook de implementering van de nieuwe ideeën veel effectiever zijn en vlotter verlopen.
Wat zou u graag extra willen doen voor uw medewerkers?
We willen altijd meer geven aan de medewerkers maar dit hoeft niet steeds in de vorm van financiële verloning te zijn. Zoals hierboven beschreven vind ik de lonen van de medewerkers momenteel correct. We kunnen ook op andere manieren inspelen op behoeften van onze medewerkers. Ik denk dan voornamelijk aan de work-life balance. We trachten hier nu al zo veel als mogelijk rekening mee te houden.
Daarnaast is alles met betrekking tot mobiliteit een hot item. Momenteel krijgt iedereen, rekening houdend met de afstand van het werk, één bepaalde vergoeding. Dit kan een fietsvergoeding, een vergoeding voor openbaar vervoer zijn, enzovoort. Echter is dit gegeven weinig flexibel. Ik ben dan ook voorstander van het invoeren van een mobiliteitsbudget. Hierbij krijgt iedere medewerker een bepaald budget dat hij/zij dan flexibel kan inzetten naargelang zijn traject van en naar het werk.
Het is misschien ietwat controversieel, maar ik zou graag een beloningssysteem willen invoeren om ziekteverzuim tegen te gaan. Wij zijn een klein woonzorgcentrum, wanneer een medewerker afwezig is, heeft dit een negatieve invloed op de werkende medewerkers. Vandaar had ik graag een beloningssysteem ingevoerd voor medewerkers die een bepaalde periode niet ziek zijn geweest. Uiteraard dient hier goed over nagedacht te worden, want iedere medewerker heeft uiteraard het recht om ziek te zijn. Het nadeel aan zo’n beloningsysteem is dat zieke medewerkers alsnog zouden willen komen werken. Dat laatste kan uiteraard niet de bedoeling zijn. Maar misschien is dit een piste om verder te analyseren en te bekijken?
Wij danken de zorgondernemer voor dit interview. Wij vinden het interessant om verhalen en getuigenissen van Vlozo-leden te delen met onze community.
De antwoorden en standpunten van de geïnterviewde zijn persoonlijk. Indien u vragen en/of opmerkingen heeft over dit interview, kan u via info@vlozo.be contact opnemen.
Comments